De GGD stelt de zogenoemde prikdagen uit. Kinderen tussen de 9 en 18 jaar krijgen daardoor pas later een vaccinatie tegen (besmettelijke) ziektes zoals bof, mazelen, meningokokkenziekte of baarmoederhalskanker.
De prikdagen zouden eigenlijk plaatsvinden in maart en april. Maar in verband met het coronavirus vindt het RIVM dat niet langer verantwoord. 'Prikdagen vallen onder de bijeenkomsten die nu verboden zijn om snelle verspreiding van het coronavirus tegen te gaan', zo verklaart de GGD.
In een brief zullen de kinderen en hun ouders hiervan op de hoogte worden gesteld. Pas later dit jaar ontvangen zij dan een nieuwe uitnodiging. Volgens de GGD komt door het uitstellen van de prikdagen 'de bescherming tegen de besmettelijke ziekten niet in gevaar',