Start van hoofdcontent

Misdaad

nl

OM: schieten door agenten op overvallers waardetransport was rechtmatig

16 mei 2022, 14.44 uur · Aangepast 16 mei 2022, 18.17 uur · Door AT5/NH Amsterdam

Het schieten van politieagenten op overvallers in het Noord-Hollandse Broek in Waterland na een gewapende overval op een geldwagen in Noord was rechtmatig. Dat concludeert het Openbaar Ministerie (OM) na onderzoek.

De gewapende overval gebeurde op klaarlichte dag op woensdag 19 mei 2021. Een overvaller, een 47-jarige Fransman, kwam die dag door een politiekogel om het leven en twee andere overvallers raakten gewond. De inzet van een vuurwapen door de politie wordt bij letsel of dodelijke afloop altijd door de Rijksrecherche onder leiding van het OM onderzocht.

Op basis van alle feiten en omstandigheden die uit het Rijksrechercheonderzoek naar voren zijn gekomen, concludeert het OM dat het schieten van de politieambtenaren gerechtvaardigd was. Zij mochten schieten uit noodweer en ter aanhouding. Geen van de dertien agenten die heeft geschoten, zal worden vervolgd.

Naast de 47-jarige man die dodelijk geraakt werd, waren er nog twee gewonde overvallers. Eén van hen had een schotwond in zijn been. Hij werd geraakt toen de overvallers wegreden nadat zij de buit hadden  overgeheveld. De andere gewonde overvaller had twee schotwonden in zijn been en bijtwonden van een diensthond in zijn arm. Deze verwondingen liep hij op in het weiland. Er raakten geen agenten gewond.

Rechtmatigheid

Het OM beoordeelt de rechtmatigheid van het schieten door de politie aan de hand van verschillende regelgeving zoals de Politiewet, de Ambtsinstructie voor politie en het Wetboek van Strafrecht. "Er was sprake van een ongekend heftige situatie op klaarlichte dag waarvan veel mensen getuige zijn geweest. Het voorval heeft grote maatschappelijke impact gehad. Uiteraard is het te betreuren dat een dodelijk slachtoffer is gevallen en twee personen gewond zijn geraakt", aldus het OM Noord-Holland.

Alle betrokken politieagenten hebben verklaard dat zij ter plaatse gingen met de informatie dat er gericht op de politie werd geschoten met automatische vuurwapens. Dit blijkt ook uit opnames van gesprekken die verliepen via de telefoon, mobilofoon en portofoongesprekken, die op die dag tussen de agenten plaatsvonden. Die agenten die hebben geschoten, verklaarden dat zij een dreiging voelden voor zowel zichzelf, hun collega's en de omwonenden.

AT5

Oorlogsgebied

De agenten gaven aan het gevoel te hebben dat zij in een oorlogsgebied waren terechtgekomen. "Eén van de politieambtenaren verklaarde dat een overvaller zijn wapen op hem richtte en dat hij daarna harde knallen hoorde en het geluid van kogels die langs zijn hoofd suisden. Een ander verklaarde: ‘Het was wij of zij’. Meerdere van de agenten dachten dat hun laatste uur was geslagen", aldus het OM. Ook heeft een getuige verklaard dat hij zag dat een man uit een Porsche stapte en gelijk met een machinegeweer om zich heen begon te schieten, alle richtingen op.

De overvallers hebben verklaard dat zij vooraf met elkaar hadden afgesproken dat zij niet op de politie of op anderen zouden schieten. Als zij zouden schieten, dan zouden zij naar boven schieten, met het doel om de politie en omstanders op afstand te houden. Op verschillende plekken zijn hulzen aangetroffen die pasten bij één van de wapens van de overvallers. Het OM gaat er onder andere op basis van de verklaringen van de agenten en getuigen vanuit dat de overvallers in de richting van de politie hebben geschoten.

Vuurwapengebruik

Bij de beoordeling van het vuurwapengebruik door politie is door het OM onderscheid gemaakt tussen twee situaties. In de eerste situatie schoot de politie toen de overvallers de buit overdroegen en wegvluchtten in de gereedgezette vluchtauto’s. Ook werd toen door de overvallers met automatische vuurwapens geschoten in de richting van de politie, zo concludeert het OM. In deze situatie was de politie op basis van het zogeheten 'beoordelingskader' gerechtvaardigd om te schieten om de overvallers aan te houden en zo snel mogelijk te stoppen. Ook kunnen de politieambtenaren zich in deze situatie beroepen op noodweer, zij mochten schieten om zichzelf en anderen te verdedigen.

In de tweede situatie, toen de overvallers het weiland in Broek in Waterland invluchtten, was het voor de politie onduidelijk of zij nog bewapend waren. Later bleek dat één overvaller nog een wapen bij zich droeg. Er is niet gebleken dat er door de overvallers in deze situatie op de politie is geschoten. Ook in deze situatie was er volgens het OM sprake van rechtmatig aanhoudingsvuur.

"Voortdurende dreiging"

"Er was namelijk eerder sprake geweest van een levensbedreigende situatie voor de politie, waarin duidelijk was geworden dat de overvallers, die verdacht werden van een zwaar strafbaar feit en van wie niet bekend was wie zij waren, bereid waren excessief geweld te gebruiken tegen de politie om aan hun aanhouding te ontkomen. Er was sprake van een voortdurende dreiging zowel voor de politie als voor anderen. De overvallers moesten zo snel mogelijk gestopt worden en dat kon in deze situatie alleen door het gebruik van het vuurwapen."

💬 Whatsapp ons!
Heb jij tips? Of een interessante foto of video gemaakt? Stuur ons jouw nieuws op 0651190938