Er staat de Metropoolregio Amsterdam een enorme groei te wachten de komende jaren: tussen
nu en 2040 worden er maar liefst 250.000 woningen bijgebouwd en ook komen er zo’n 230.000
arbeidsplekken bij. Die nieuwe stedelijke gebieden moeten natuurlijk wel goed bereikbaar
worden en dat vraagt om een verbetering van het mobiliteitsnetwerk. Maar wat is er precies
nodig? En hoe zorgen we ervoor dat dat netwerk straks voor iedereen toegankelijk wordt? Bouw Woon Leef vroeg het aan mobiliteitsdeskundige Thijs Muizelaar.
Om de nieuwe stedelijke gebieden in de metropoolregio Amsterdam bereikbaar te houden is het
belangrijkste uitgangspunt volgens Muizelaar om ervoor te zorgen dat mensen zo min mogelijk
moeten reizen. Hij verwijst daarbij naar het principe van de 15-minutenstad, waarin alle voorzieningen
binnen een kwartier te bereiken zijn. Dat betekent dus ook dat nieuwe stedelijke gebieden moeten
worden ontwikkeld rondom stedelijke knooppunten: "Dat is misschien wel de enige oplossing. We
moeten er ook rekening mee houden dat het bouwen van woningen vaak sneller gaat dan het
aanleggen van infrastructuur."
Dat zie je bijvoorbeeld bij de meest recent ontwikkelde stukken Amsterdam rond IJburg en het
Zeeburgereiland met de nieuwe Sluisbuurt. Daar laat de bereikbaarheid te wensen over. Ook Almere
is volgens Muizelaar een voorbeeld: "Daar moeten met de geplande groei straks dagelijks misschien
wel 100.000 mensen met hun auto's over twee bruggen en een spoorverbinding om naar hun werk te
gaan, dat kan gewoon niet."
Waarom doen we het dan niet andersom: eerst zorgen dat een gebied bereikbaar is en er daarna pas
bouwen? "Dat zou natuurlijk mooi zijn, maar daar komen grote kosten bij kijken die iemand vooraf op
zich moet nemen. Dat is lastig.'' Volgens Muizelaar is het dan ook belangrijk om ervoor te zorgen dat
in die gebieden de aanwezige deelmobiliteit en kleinschalig openbaar vervoer op orde is om te
voorkomen dat mensen gebruikmaken van de auto.
Vervoersongelijkheid
Maar dan rijst toch de vraag: is dit wel voor iedereen toegankelijk? Het openbaar vervoer is niet
goedkoop en van deelmobiliteit wordt ook niet zelden gezegd dat het iets ‘voor de elite’ is en
bovendien neemt het gebruik ervan nauwelijks toe. Daarnaast is het zo dat goedkopere woningen
vaak minder gunstig liggen ten opzichte van mobiliteitsknooppunten.
Om vervoersongelijkheid tegen tegen te gaan adviseert Muizelaar dan ook om reizigers die de kans hebben om met vervoersarmoede te maken te krijgen een mobiliteitsbudget te geven, als alternatief of aanvulling voor de rijksbijdrage die vervoersorganisaties ontvangen om openbaar vervoer onder de kostprijs aan te bieden. "Het studentenreisproduct is een vergelijkbaar middel. Daarmee kan een groep met een doorgaans kleiner budget reizen en wennen ze er bovendien aan dat het openbaar vervoer een prima reisoptie is en dat het nemen van de auto dus helemaal niet per se nodig is. Dat is eenvoudig uit te breiden naar een budget voor ook die deelmobiliteit.''
Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door Metropoolregio Amsterdam
Bouw Woon Leef staat deze maand in het teken van mobiliteit en bereikbaarheid. Meer informatie? Volg Bouw Woon Leef op Youtube, Twitter, Facebook, Instagram en Linkedin.